Dutch/Vocabulary/Drinks

Nouns edit

The word drink is the same in both English and Dutch, when you use the verb: I drink - ik drink.
However, for a drink in Dutch you say:
een drankje.
It is the diminutive of drank which means beverage.

Let's look at some dranken. Push the button to hear the word pronounced.

         
de koffie - coffee de thee - tea de wijn - wine het water - water het bier - beer
         
de advocaat - egg liqueur de limonade - lemonade het appelsap - apple juice de melk - milk de rode wijn - red wine

Kinds of wine edit

de witte wijn - white wine
de droge wijn - dry wine
de zoete wijn - sweet wine

Verbs edit

"Drinken" is a very common verb in Dutch. But, be careful! "Drinken" is a strong verb with vowel changes in the past tense and the past participle.

 

Present The present has three forms

drink drinkt drinken

ik drink—we drinken

je drinkt—jullie drinken

hij drinkt—ze drinken

Past The past has two forms:

dronk dronken

ik dronk—we dronken

je dronk—jullie dronken

hij dronk—ze dronken

Past Participle:

gedronken

Conversation: een drankje bestellen edit

How do you order drinks in Dutch? Take a look:

Waiter: Wilt u iets drinken?
Customer: Ja, graag!
Waiter: Wat wilt u drinken?
Customer: Om te beginnen wil ik een glaasje rode wijn. Wat beveel je aan?
Waiter: De huiswijn is Merlot.
Costumer: Een glaasje merlot. Dat zou prima zijn!
Waiter: Is Dat alles?
Costumer: Ja.
moments later
Waiter: Alstublieft, één glaasje witte wijn.
Customer: Maar dat is niet wat ik besteld heb. Ik had graag rode wijn.
Waiter: Oh, sorry!
Translation • Drinks • Ordering a drink
Waiter: Would you like something to drink?
Customer: Yes, I would!
Waiter: What would you like to drink?
Customer: For starters I would like to have a glass of red wijn. What do you recommend?
Waiter: The house wine is Merlot.
Costumer: A glass of Merlot. That would be fine!
Waiter: Is that all?
Costumer: Yes.
moments later
Waiter: Here you are, one glas of white wine.
Customer: But that is not what I ordered. I would like red wine.
Waiter: Oh, I'm sorry!